Terug

Verjaring hypotheekschuld?

Per e-mail en gewone post verzonden

 

Naar aanleiding van de door u, gisteren donderdag 11 april afgegeven betekening en bevel map nr: 127476/ MDe,

inzake vordering MNF Bank N.V. op Dhr. Marcel van Druten wil ik u het volgende meedelen:

De restschuld, overgebleven na verkoop van de woning aan de Giltaylaan 4 te Wageningen is ontstaan in 2004,

het jaar van de verkoop van de woning. Dit is dan ook het moment dat de schuld opeisbaar werd.

Nu, negen jaar later krijg ik voor het eerst een teken van de MNF Bank om betaling af te dwingen,

dan wel met de vraag om tot betaling over te gaan.

Daar het zich hier handelt om een verbintenis uit overeenkomst is mijn inziens is deze schuld dan ook verjaard

volgens volgens art. 3.307 BW. 5 jaar na het opeisbaar worden van de schuld.

Van stuiting van de verjaringstermijn is naar mijn mening geen enkele sprake geweest.

Als aanvulling op bovenstaande: de afgelopen jaren ben ik niet langer dan twee weken aaneengesloten in het

buitenland geweest (voor vakantie), en heb altijd ingeschreven gestaan in het GBA.

 

Hierbij dien ik dan ook mijn bezwaar in tegen de eventueel door u te nemen stappen in opdracht van MNF Bank NV.

 

In afwachting van uw reactie verblijf ik.

 

Hoogachtend,

 

De MNF bank wil beslag laten leggen ivm met een restsculd op mijn hyptheek, ontstaan in 2004 na verkoop van mijn woning. Volgens mij is deze schuld inmiddels verjaard, dat wil ik door de rechtbank vast laten stellen. Er is geen spraken van een vonnis, en de verjaring is ook niet gestuit.

 

 

Ik kan me herinneren dat er in (mei) 2004 telefonisch contact geweest is tussen mij en de MNF bank. De MNF bank verzocht mij toen

een maandelijkse termijn van 250 euro over te maken om zo de restschuld in te lossen. Niet lang daarna verloor ik mijn baan waardoor ik niet meer in staat was deze aflossing te doen. Opnieuw heeft er toen telefonisch contact plaats gehad tussen de MNF Bank en mijzelf. In dat gesprek heb ik aangegeven niet in staat te zijn tot verdere aflossing. Ik heb de MNF Bank toen verzocht mij een schriftelijke bevestiging van die afspraak te sturen, deze heb ik nooit ontvangen. Hierna heb ik ook geen betalingen meer gedaan. Er is dus geen spraken van een betalingsregeling, want er hebben sinds dien geen betalingen plaats gevonden. Ook heeft de MNF Bank mij nooit verzocht dit wel te doen, geen brief, geen sommatie, niets. Ik ben er dan ook van uit gegaan de de MNF Bank zijn aanspraak op de restschuld niet meer ten gelden zou maken.  Mocht ik overigens wel hebben afgelost dan zou ik na 9 jaar, 250 euro per maand inmiddels 18.500 euro hebben afgelost. Dat is echter niet het geval. De restschuld heeft exact de zelfde hoogte als hij in 2004 had. In de negen daar op volgende jaren heeft de MNF Bank mij nooit, niet schriftelijk, niet telefonisch herinnerd aan de "eventueel" bestaande betalingsregeling. Ook de drie aanmaningen waarover wordt gesproken: 13 oktober 2011, 29 december 2011 en 31 mei 2012 (ruim na de verjaringstermijn van 5 jaar) hebben mij niet bereikt.

Er zijn wat mij betreft in deze zaak 2 dingen duidelijk:

De schuld is verjaard ( na 5 jaar bij contactuele vordering), stuiting heeft niet plaatsgevonden.

En,

De gang van zaken is in strijd met redelijkheid en billijkheid (rechtswerking), de MNF Bank heeft negen jaar niets gedaan om mij te helpen herinneren aan het feit dat ik de restschuld moest betalen, waardoor bij mij het vertrouwen is gewekt dat de MNF Bank zijn aanspraak niet meer ten gelden zou maken.

Feit 1 lijkt mij overigens het meest overtuigende argument.

 

Ik hoop dat ik u hiermee verder geholpen heb, mochten er vragen zijn dan hoor ik het graag.

 

 


1 Antwoord

Antwoord van bedrijf dat niet langer actief is

Geachte heer van Druten,

 Het Hof Arnhem heeft in een arrest van  16 oktober 2012 (LJN BY1109) geoordeeld dat de verjaringstermijn voor de vordering van de bank die resteert nadat het hypothecaire zekerheidsrecht is uitgewonnen vijf jaar bedraagt.

 

Hieronder de inhoudsindicatie van de uitspraak:

"Verjaringstermijn voor de vordering van de bank die resteert nadat het hypothecaire zekerheidsrecht is uitgewonnen bedraagt vijf jaar.

Het is in de onderhavige situatie naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat de bank cliënten houdt aan de voorwaarde dat haar cliënten tijdig hun nieuwe adres aan de bank doorgeven, bij gebreke waarvan de bank het aan haar opgegeven adres als juist mag beschouwen".

En via deze link kunt u de uitspraak er volledig op nalezen:

 http://zoeken.rechtspraak.nl/default.aspx

Naar ik aanneem heb ik u hiermede voldoende geïnformeerd.

Mocht u nog vragen hebben, dan hoor ik dat graag.

 

Met vriendelijke groet,

Hoogachtend,

Mr. P.M. Kruijdenberg

Kruijdenberg Advocatuur

Parkstraat 83

2514 JG Den Haag

T +31 70 353 8229

F +31 84 832 8921

E info@kruijdenbergadvocatuur.vpweb.nl 

http://www.kruijdenbergadvocatuur.vpweb.nl